“‘Tot de volgende keer’, roept de bajesklant bij het verlaten van de gevangenis in het Franse Loire-stadje Blois. De man maakt zich geen illusies: hem zien ze weer terug. Eens een dief, altijd een dief, en hij is blijkbaar niet de beste. Het achttienjarige meisje Agatha heeft heel andere verwachtingen van het leven. Ze woont in Blois en droomt van een grote boerderij met veel land en paarden, honden en katten. Een man wil ze, en een kind. En altijd gelukkig zijn.”